B. Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding
Het weerstandsvermogen is het vermogen om onverwachte, substantiële kosten op te vangen, zonder dat de uitvoering van de taken en de bedrijfsvoering in gevaar komt. Het geeft de robuustheid van de financiële positie aan. Om vast te kunnen stellen of het weerstandsvermogen voldoende is, inventariseren wij de belangrijkste risico’s. De risico’s zetten we af tegen de middelen en mogelijkheden om de risico’s op te vangen.
Beleidskaders
Het algemene beeld ten aanzien van het weerstandsvermogen is vastgelegd in hoofdstuk 5 Financiële positie (reserves/ weerstandsvermogen)van de Kadernota 2024-2027. Beleidswijzigingen op dit gebied worden indien van toepassing aan u voorgelegd door middel van een raadsvoorstel.
Het beleid van onze gemeente voor het weerstandsvermogen is vastgelegd in de volgende nota’s:
Beleidsstuk |
Jaar vaststelling |
Planperiode |
Notitie risicomanagement |
2006 |
N.v.t. |
Notitie stille reserves 2020 |
2020 |
N.v.t. |
Notitie herschikking reserves |
2020 |
N.v.t. |
Ontwikkelingen
Op het gebied van het weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn er geen bijzondere externe ontwikkelingen te melden.
Risicoprofiel
Hier presenteren wij de belangrijkste risico’s. De prioritering van de risico’s vindt plaats aan de hand van de volgende schaalindeling van de kans:
Schalen voor de inschatting van de kans dat het risico zich in volle omvang voordoet
- Groot (= 60%) waarschijnlijk, de kans dat de gebeurtenis zich voordoet is groot;
- Gemiddeld (= 40%) mogelijk, de kans dat de gebeurtenis zich voordoet is gemiddeld;
- Klein (= 20%) de kans dat de gebeurtenis zich voordoet is klein.
In de volgende tabel presenteren wij de inschatting van de belangrijkste structurele risico’s op kortere en langere termijn:
De incidentele risico’s en de risico’s voor de grondexploitatie presenteren wij afzonderlijk.
Toelichting structurele risico’s
Programmarisico’s (bedragen in euro's) |
Begroting 2024 |
Risico % |
Omvang risico |
Kans |
Bedrag risico |
Programma 1 - Samenleving |
|||||
Leerlingenvervoer |
580.000 |
10% |
58.000 |
60% |
34.800 |
Onderwijshuisvesting |
149.000 |
100% |
149.000 |
60% |
89.400 |
Sociaal domein uitgaven |
10.200.000 |
10% |
1.020.000 |
40% |
408.000 |
Totaal programma 1 - Samenleving |
10.929.000 |
1.227.000 |
532.200 |
||
Programma 2 - Leefomgeving |
|||||
Volksgezondheid/groen |
P.m. |
- |
50.000 |
60% |
30.000 |
Totaal programma 2 - Leefomgeving |
0 |
50.000 |
30.000 |
||
Programma 5 - Bestuur en dienstverlening |
|||||
Gemeenschappelijke regelingen |
2.800.000 |
5% |
140.000 |
60% |
84.000 |
Salarissen en sociale lasten a.g.v. hoger inwonertal |
440.000 |
100% |
440.000 |
60% |
264.000 |
Totaal programma 5 - Bestuur en dienstverlening |
3.240.000 |
580.000 |
348.000 |
||
Algemene dekkingsmiddelen |
|||||
Algemene uitkering |
23.182.000 |
2,5% |
579.550 |
40% |
231.820 |
Herijking gemeentefonds (€ 115,00 - € 37,50 p/inw.) |
1.085.000 |
100% |
1.085.000 |
50% |
542.500 |
Totaal Algemene dekkingsmiddelen |
24.267.000 |
1.664.550 |
774.320 |
||
Overige kleinere risico’s |
- |
150.000 |
20% |
30.000 |
|
Totaal structurele risico's |
38.436.000 |
3.671.550 |
1.714.520 |
Programma 1 - Samenleving
- Leerlingenvervoer. Wij zijn wettelijk verplicht om een adequaat systeem van leerlingenvervoer aan te bieden. De kosten van het vervoer zijn sterk afhankelijk van het aantal leerlingen, het aantal ritten en de bestemming van de ritten. Doordat het een open-einde regeling betreft, moet als risico rekening worden gehouden met een bedrag van € 58.000 (= +/- 10% van het huidige budget) met een kans hierop van 60%. Het uiteindelijke risicobedrag komt daarmee op € 34.800.
- Onderwijshuisvesting. In 2020 hebt u het Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting gemeente Woudenberg (IHP) vastgesteld. Bij de vaststelling van het IHP hebt u structureel € 47.000 beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van De Olijfboom en De Wartburg. Bij de vaststelling van het IHP hebt u besloten het financieel risico op te nemen dat onze gemeente loopt bij de mogelijke beslissing van het Rijk om renovatie die de levensduur van een schoolgebouw verlengt onder de verantwoordelijk van de gemeente te laten vallen. Indien wij verantwoordelijk worden voor renovatie van scholen zullen in de toekomst de structurele lasten voor de gemeente stijgen met € 149.000. De kans hierop ramen we op 60%. Het risicobedrag komt daarmee op € 84.000.
- Sociaal domein. De taken en verantwoordelijkheden voor de Jeugdzorg en Wmo (de onderdelen dagactiviteiten en begeleiding) liggen voor een groot deel bij gemeenten. Net als bij leerlingenvervoer, betreft dit ook een open-einde regeling. Voor het sociaal domein houden wij als risico rekening met 10% van de totale uitgaven, uitgaande van recente cijfers. 10% van het totale budget van € 10.200.000 is € 1.020.000. De kans hierop ramen we op 40%. Het risicobedrag komt daarmee op € 408.000.
Programma 2 - Leefomgeving
- We kunnen geconfronteerd worden met ziekten en plagen zoals MKZ, teken en de eikenprocessierups. Voor preventie, toezicht en bestrijding hiervan is een beperkt budget beschikbaar. De kosten voor het bestrijden variëren, afhankelijk van de mate van overlast en de methode van bestrijding. Wij gaan uit van een financieel risico van € 50.000. Vanwege de klimaatverandering is de kans bijgesteld naar 60% met een risicobedrag van € 30.000.
Programma 5 - Bestuur en dienstverlening
- Gemeenschappelijke regelingen. Het deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen betekent het gedeeltelijk inleveren van autonomie op bepaalde beleidsterreinen. Besluiten binnen de gemeenschappelijke regeling met financiële gevolgen zijn bindend voor alle deelnemende gemeenten. Wij kunnen besluiten met betrekking tot nieuw beleid niet zelfstandig beïnvloeden, met als gevolg dat de financiële consequenties een voldongen feit zijn. Als risico nemen we 5% op van de totale bijdrage van € 2.800.000 is € 140.000. De kans hierop ramen we op 60%. Het risicobedrag komt daarmee op € 75.000. De ervaring van de afgelopen 3 jaar leert dat het risicobedrag reëel is.
- Salarissen en sociale lasten als gevolg van hoger inwonertal. In 2022 heeft Woudenberg de grens van 14.000 inwoners bereikt. Blijft dit gedurende twee jaar op 1 januari zo, dan heeft dit gevolgen voor het loongebouw van onze organisatie, waarbij het tijdstip en de omvang vooralsnog onduidelijk zijn. Het risico schatten wij in op € 440.000 met een risico van 100% en een kans van 60%. Voorlopig is de kans op dit risico nog op 60% gezet aangezien de impact in de komende periode nog in beeld moet worden gebracht. Het risicobedrag is € 264.000.
Algemene dekkingsmiddelen
- Algemene uitkering. De algemene uitkering vormt een belangrijke risicofactor. De hoogte van de algemene uitkering is afhankelijk van heel veel factoren. Uitgaande van een marge van 2,5% van de geraamde algemene uitkering bedraagt het inkomstenrisico € 579.550. Hiervan nemen we 40% is € 231.820 mee als risicobedrag.
- Herijking Gemeentefonds. Met ingang van 1 januari 2023 is er sprake van een nieuwe verdeling van de algemene uitkering. Deze is verwerkt in de meicirculaire 2022. Gegeven de ontvangen adviezen van de ROB en de VNG en de reacties van gemeenten hebben de fondsbeheerders besloten het ingroeipad – het pad waarmee gemeenten naar de nieuwe verdeling ingroeien – te beperken tot 3 jaar. Het maximale effect is -/+ € 7,50 per inwoner in 2023 en -/+ € 15 per inwoner in 2024 en 2025. Daarmee komt het maximale effect op -/+ € 37,50 per inwoner in 2025.
De voorlopige herijking gemeentefonds voor Woudenberg betekent een nadeel van € 7,50 per inwoner in 2023 oplopend naar € 37,50 per inwoner vanaf 2025 welke via de meicirculaire 2022 is verwerkt in de cijfers van de begroting 2023-2026. In eerdere publicaties van het rijk was aangegeven dat Woudenberg een nadeelgemeente zou zijn van € 115 per inwoner. Het nadeel van € 115 per inwoner voor Woudenberg is niet van tafel en blijft nog steeds in beeld.
Het nieuwe model per 1 januari 2023 is geen eindstation en zal continue onderhoud vragen. Een expertgroep gaat aan de slag met verschillende onderzoeken over het verdeelmodel. De evaluatie van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds moet begin 2025 zijn afgerond. Na evaluatie komt er besluitvorming over de verdere implementatie van het nieuwe verdeelmodel.
Het verschil tussen € 115 per inwoner en de reeds in de cijfers verwerkte € 37,50 per inwoner is als risico opgenomen bij de programmarisico’s. De omvang van de risico is € 1.085.000 met een kans van 50%. Het risicobedrag bedraagt € 542.500.
Overige kleinere risico’s
Het gaat hierbij om diverse risico’s met een beperkte financiële impact (bedragen < € 25.000). Voorbeelden hiervan zijn risico’s in verband met garantstellingen, juridische procedures, rente en vandalisme.
De incidentele programmarisico’s geven het volgende beeld te zien:
Programmarisico’s - incidenteel (bedragen in euro's) |
Begroting 2024 |
Risico % |
Omvang risico |
Kans |
Bedrag risico |
Programma 5 - Bestuur en dienstverlening |
|||||
Voorziening Wethouderspensioenen |
1.329.000 |
10% |
132.900 |
60% |
79.740 |
Totaal programma 5 - Bestuur en dienstverlening |
1.329.000 |
132.900 |
79.740 |
||
Loon- en prijsstijgingen |
250.000 |
100% |
250.000 |
60% |
150.000 |
Totaal incidentele risico's |
1.579.000 |
382.900 |
229.740 |
- Algemene uitkering. De voorziening wethouders pensioenen wordt jaarlijks geactualiseerd. Vooral renteontwikkelingen kunnen invloed hebben op de hoogte van de voorziening. Het risico schatten wij in op € 1.329.000 (de geschatte hoogte van de voorziening per 1 jan 2024) met een risico van 10% en een kans van 60%. Het risicobedrag is € 79.740.
- Loon- en prijsstijgingen. In de begroting 2024-2027 is zoveel mogelijk rekening gehouden met loon- en prijsstijgingen. De kans is aanwezig dat alsnog budgetten bijgesteld moeten worden vanwege loon- en prijsstijgingen. De omvang van dit risico is € 250.000 met een kans van 60%. Het risicobedrag bedraagt € 150.000.
De risico’s op het gebied van de grondexploitaties zien er als volgt uit:
Grondexploitatierisico’s |
Risico |
Nog te realiseren winst |
Voorziening |
Omvang risico |
Kans |
Concreet risico |
Bouwgronden in exploitatie |
||||||
1. Hoevelaar fase 1 (7e herziening) |
58.387 |
835.937 |
0 |
0 |
40% |
0 |
2. Spoorzone locatie A2 (5e herziening) |
26.050 |
-19.010 |
19.010 |
26.050 |
40% |
10.420 |
3. Hoevelaar fase 2 |
753.596 |
120.988 |
632.608 |
40%/60% |
361.693 |
|
Bouwgronden niet in exploitatie |
||||||
Overige gronden (perceel Laagerfseweg) |
1.600.000 |
20% |
320.000 |
|||
Totaal incidentele grondexploitatierisico's |
838.033 |
937.915 |
19.010 |
2.258.658 |
692.113 |
Toelichting risico’s grondexploitaties
Bouwgronden in exploitatie
De risico’s die zich voordoen binnen de grondexploitaties worden, indien mogelijk, binnen het exploitatieresultaat opgevangen. Dit gaat ten koste van de eindwaarde van het project, waardoor er minder winst overblijft. Dit heeft gevolgen voor de toevoeging aan de reserve Grondbedrijf. Komt de exploitatie negatief uit dan komt dit resultaat ten laste van de reserve Grondbedrijf. Dit laatste is het geval bij Spoorzone A2. Bij het bepalen van het weerstandsvermogen wordt hier rekening mee gehouden. Het risico bedrag dat overblijft is € 372.113 en kan opgevangen worden binnen de algemene reserve grondbedrijf.
Overige gronden
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten het perceel Laagerfseweg voorlopig niet te verkopen. Voor dit perceel is een risicobedrag berekend van € 320.000 en meegenomen in de totale risico’s grondexploitaties.
In totaliteit zijn de risico’s:
Omschrijving |
Bedrag |
Programmarisico’s - structureel |
€ 1.714.520 |
Programmarisico’s - incidenteel |
€ 229.740 |
Risico’s grondexploitaties |
€ 692.113 |
Totaal |
€ 2.636.373 |
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover wij beschikken om niet-geraamde kosten die onverwachts en substantieel zijn (bijvoorbeeld in geval van een calamiteit) te dekken. De weerstandscapaciteit verdelen we in incidenteel en structureel.
Incidentele weerstandscapaciteit
Onderdelen van de incidentele weerstandscapaciteit zijn:
- Algemene reserves - vrij aanwendbare deel;
- Bestemmingsreserves - bestemming nog te wijzigen;
- Stille reserves;
- Post onvoorziene uitgaven;
- Incidentele beleidsruimte.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
6. Onbenutte belastingcapaciteit;
7. Vrije begrotingsruimte
Toelichting:
- De algemene reserve dient als buffer voor het opvangen van risico’s en verplichtingen waar geen voorzieningen voor zijn gevormd en ter dekking van onverwachte tekorten op de jaarrekening. Het saldo van de algemene reserve bedraagt per 1 januari 2024 € 6.526.000. We verwachten dat over de periode 2024 tot en met 2027, gezien de begrotingsresultaten in totaal, geen grote bedragen via de exploitatie worden toegevoegd aan de algemene reserve om de reserve positie te verbeteren. Het meerjarig verloop van de reserve is recent toegelicht in hoofdstuk 5 Financiële positie (reserves/ weerstandsvermogen) van de Kadernota 2024-2027.
- De algemene reserve grondbedrijf dient ter dekking van alle risico’s grondexploitaties en wordt deels beschikbaar gehouden voor toekomstige ontwikkelingen in Woudenberg-Oost. De algemene reserve Grondbedrijf bestaat daarom ook uit 2 delen. Namelijk een vrij aanwendbaar deel een niet vrij aanwendbaar deel. Het niet vrij aanwendbaar deel van deze reserve wordt beschikbaar gehouden voor toekomstige ontwikkelingen in Woudenberg-Oost. Het vrij aanwendbaar deel van de algemene reserve grondbedrijf bedraagt per 1 januari 2024 € 1.008.341 en wordt meegenomen in het weerstandscapaciteit 2024.
- In oktober 2020 hebt u de Notitie stille reserves vastgesteld. Bij stille reserves gaat het om bezittingen die een overwaarde (verkoopwaarde > boekwaarde) hebben en wij direct kunnen verkopen. In deze notitie is aangegeven dat wij geen bezittingen hebben die aan deze voorwaarden voldoen.
- Wij houden in deze begroting geen rekening met een budget voor onvoorziene uitgaven.
- Door onze begrotingspositie is er geen sprake van incidentele beleidsruimte.
- De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden die wij als gemeente nog hebben om binnen de wettelijke grenzen onze belastingopbrengsten te verhogen. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt:
Onbenutte belastingcapaciteit |
Begroting 2024 |
a. Onroerende zaakbelasting |
€ 1.513.000 |
b. Rioolheffing |
N.v.t. |
c. Afvalstoffenheffing |
N.v.t. |
Totaal onbenutte belastingcapaciteit |
€ 1.513.000 |
Ad a. Onroerende zaakbelastingen
Voor het berekenen van de maximale belastingtarieven wordt gebruik gemaakt van de normen voor het artikel 12-beleid. Dit betekent dat indien onze gemeente Woudenberg niet meer in staat zou zijn om de structureel zich manifesterende risico’s binnen de exploitatie op te vangen wij door het Rijk gewezen worden op de mogelijkheid om de OZB-tarieven te verhogen om zodoende meer structurele opbrengsten te realiseren.
Ad b. Brede rioolheffing
Bij de rioolheffing is het uitgangspunt volledige kostendekkendheid. Er is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Eventuele resultaten worden verrekend met de voorziening vervanging riolering.
Ad. c. Afvalstoffenheffing
Bij de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt volledige kostendekkendheid. Er is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Eventuele resultaten worden verrekend met de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing.
7. Vrije begrotingsruimte
De vrije begrotingsruimte bestaat uit:
a. het te verwachten begrotingsresultaat. Gezien de huidige financiële positie wordt dit niet meegenomen als eventuele dekking voor de risico’s.
b. de toevoeging aan de algemene reserve. In de komende vier jaar (2024-2027) vindt geen toevoeging plaats aan de algemene reserve om de reservepositie te verbeteren. Deze toevoeging wordt bij de vrije begrotingsruimte op nihil gezet.
Vrije begrotingsruimte |
Begroting 2024 |
a. Saldo begrotingsjaar |
N.v.t. |
b. Toevoeging aan algemene reserve |
0 |
Totale vrije begrotingsruimte |
0 |
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen zet de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit oftewel de totale af te dekken risico’s. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in de weerstandsratio. Een weerstandsratio van 1 of groter geeft aan dat de beschikbare weerstandscapaciteit toereikend is.
Op basis van de berekeningen is onze weerstandsratio 3,43. Ons weerstandsvermogen is dus voldoende. Dit betekent dat de beschikbare weerstandscapaciteit toereikend is om de gekwantificeerde risico’s per 31 december 2024 af te dekken.
Zouden we de onbenutte belastingcapaciteit niet mee rekenen in het weerstandscapaciteit dan komt ons weerstandsratio uit op 2,86.
Verplichte uniforme kengetallen (stelselwijziging BBV)
In de artikel 9 en 26 van het Besluit Begroting en Verantwoording is bepaald dat wij in deze paragraaf enkele verplichte kengetallen op dienen te nemen. Dit past in het streven naar meer transparantie. Hiermee kunt u gemakkelijker inzicht krijgen in de financiële positie en baten en de lasten van de gemeente. De kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die u in uw beoordeling van de financiële positie kunt betrekken. Zij leveren daarmee ook een bijdrage aan uw kaderstellende en controlerende rol.
De kengetallen van onze gemeente zien er als volgt uit:
Kengetallen |
2024 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Netto schuldquote |
1,04% |
7,96% |
13,40% |
6,56% |
3,24% |
6,55% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
1,04% |
7,96% |
13,40% |
6,56% |
3,24% |
6,55% |
Solvabiliteitsrisico |
37,74% |
35,83% |
41,84% |
45,16% |
45,65% |
45,08% |
Structurele exploitatieruimte |
0,37% |
3,63% |
1,37% |
1,37% |
-3,46% |
-4,32% |
Grondexploitatie |
-3,66% |
5,11% |
10,88% |
2,27% |
-5,54% |
-0,49% |
Belastingcapaciteit |
113,26% |
107,15% |
104,62% |
103,42% |
102,19% |
100,96% |
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft dus een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Hoe hoger het percentage, des te meer externe financiering de gemeente heeft aangetrokken om de activiteiten te financieren.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Door aan andere partijen een lening te verstrekken is er sprake doorlenen. De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen geeft inzicht in hoeverre hiervan sprake is. In onze gemeente speelt dit niet.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio zet het eigen vermogen af tegen het totaal vermogen. Dit geeft inzicht in de mate waarin wij in staat is om op de lange termijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Hoe lager de solvabiliteit, des te minder eigen vermogen wij hebben om eventuele tegenvallers op te vangen of om te investeren. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.
Structurele exploitatieruimte
Deze indicator geeft aan of de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Het gaat hierbij om het onderscheid tussen structurele en incidentele inkomsten en uitgaven. De structurele exploitatieruimte laat zien in hoeverre we structureel middelen beschikbaar hebben voor (noodzakelijke) beleidsinitiatieven.
Grondexploitatie
Het kengetal Grondexploitatie geeft aan hoe groot onze grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. De grondexploitatie kan een forse impact hebben op onze financiële positie. Als we een lening hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstig) woningbouwproject hebben wij een schuld. Het is belangrijk om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd.
Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in de hoogte van de woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Een percentage groter dan 100 betekent dat de woonlasten in onze gemeente hoger zijn dat gemiddeld in Nederland. Wanneer het kengetal lager is dan 100%, zijn de woonlasten in onze gemeente lager dan gemiddeld in andere gemeenten.