Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2025-2028 Kadernota 2025-2028

Programma 4 Ruimte, wonen en ondernemen

Programma 4. Ruimte, wonen en ondernemen

Visie

Een vitaal Woudenberg met ruimte voor wonen, werken en samenleven.


Ontwikkelingen


Duurzaamheid

Duurzaamheid en dan in het bijzonder de transitie van elektra en warmte, maar ook de andere transities (bv. grondstoffentransitie) die nodig zijn om als Nederland en Woudenberg invulling te geven aan het klimaatakkoord zullen de komende jaren veel inspanning en geld kosten. Hoeveel is op dit moment nog niet goed in te schatten, want voor een belangrijk deel van deze transitie zijn wij afhankelijk van nieuwe technieken en processen. Duidelijk is wel dat wij ons daar als gemeente goed op moeten voorbereiden. Deze voorbereiding bestaat uit twee hoofdlijnen:

  • gedragsverandering en besparen door aanmoedigen van isolatie en
  • de voorbereiding op technische aanpassingen van de samenleving waarschijnlijk vooral in de openbare ruimte.

Op dit moment wordt het geheel bekostigd uit incidentele gelden vanuit het Rijk, lastig om daarmee voor de lange termijn inhoudelijk en op personeel gebied beleid te maken, maar wel nodig om over voldoende financiële middelen te kunnen beschikken.

De afgelopen jaren ontvangen wij regelmatige incidentele middelen, die breed in te zetten waren en die ter zekerstelling opgenomen werden in de reserve duurzaamheid. De nieuwste rijksmiddelen worden mee geoormerkt en vooral beschikbaar gesteld voor personeel, dus vooral voor het opzetten van aanpak en inrichten organisaties.

In het verleden kregen wij ook middelen voor uitvoering, verwachting is dat in de toekomst wel weer zal komen, want met name de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur zal naar verwachting een grote kostenpost zijn. Planmiddelen vanaf 2024 zijn aangekondigd maar concreetheid vanuit het ministerie zijn deze er nog niet.

Het is daarom van belang om bij kadernota en begroting rekening te houden met de lange termijn van de werkzaamheden op gebied van duurzaamheid. Hierbij aandacht te houden voor het communicatieve en het gedragsverandering deel, maar ook steeds meer in te zetten op de fysieke aanpassingen.

Bij de voorjaarsnota is voorgesteld om de huidige reserve duurzaamheid af te bouwen. Er is nog een basis aanwezig om een aantal vaste posten (digitaal energie loket en RAP) tot en met 2027 uit deze reserve te bekostigen. Vanaf 2028 zullen deze kosten dus uit de regulier begroting dienen te komen, en dus ten laste komen van de algemene middelen.

Het dan nog aanwezige budget willen wij in 2024 en verder benutten voor de noodzakelijke acties op gebied van bewustwording, voorlichting en uitvoering van acties waarvoor binnen de nieuwe rijksmiddelen vrijwel geen budget opgenomen is. Daarmee blijft het mogelijk om de incidentiele uitvoeringskosten op alle pijlers van de duurzaamheid doch speciaal geënt op bewustwording en gedrag en lange termijn te bekostigen.

In de loop van 2024 komt met het uitvoeringsprogramma duurzaamheid en warmte transitie meer inzicht in de aanpak en de kosten die daarbij horen. Wij denken hierbij bijvoorbeeld het opstellen van een warmte programma, en daarbinnen concreet maken hoe we versneld keuzes kunne maken voor de warmte oplossing (2030-2050).


Verwachting ten aanzien kosten personeel duurzaamheid

De komende jaren werken wij met een vaste kern aan personeelsleden, zodat de consistente lijn blijft en stappen worden gezet in de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Deze kern geeft in het algemeen invulling en uitvoering aan de noodzakelijke besparingen en gedragsveranderingen van onze inwoners en eigen organisatie. En werkt bijvoorbeeld aan het opzetten en uitvoeren van een communicatiestrategie en het onder de aandacht brengen van lopende isolatie acties.

We zien ook dat op onderdelen specialistische inhuur nodig zal zijn, dit laat zich op nog lastig kwantificeren in fte. Naar aanleiding van de uitkomsten van het warmte programma is wel de verwachting dat civieltechnische kennis binnen halen in de toekomst noodzakelijk wordt. Daar kunnen we mee starten vanuit een flexibele inzet en lering trekken wat er op termijn mogelijk nodig is in de vaste kern. Hier rapporten wij jaarlijks op via de weer in te stellen voortgangsrapportage duurzaamheid zodra het uitvoeringsplan klaar is.

Op korte termijn kan dit bekostigd worden door de CDOKE gelden van het rijk, er dient echter rekening neergehouden te worden dat deze na 2027 of 2030 via de reguliere middelen gefinancierd moeten worden.


Evaluatie Centrum

In 2024 vindt een evaluatie plaats van het centrum, in het bijzonder de verkeerscirculatie en parkeren. Wij houden er rekening mee dat kosten gemaakt zullen moeten worden voor de aanpassing van infrastructuur, borden etc. Op dit moment is nog niet in te schatten hoeveel. Het gaat om incidentiele kosten, deze zijn voorlopig PM geraamd.


RUD

De ontwerpbegroting 2025 van de RUD laat zien dat de totale bijdrage van Woudenberg aan de RUD in 2025 stijgt naar € 458.000. In de begroting 2024-2027 van Woudenberg is voor begrotingsjaar 2025 rekening gehouden met een totale bijdrage van € 449.000. Aan de raad wordt gevraagd de totale bijdrage te verhogen met € 9.000.


Erfgoed en monumenten

Op grond van de Erfgoedverordening is het college bevoegd om gemeentelijke monumenten aan te wijzen. In 2005 is de laatste inventarisatie geweest met betrekking tot gemeentelijke monumenten, waarna vervolgens diverse panden op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst.

Het is een gewenste ontwikkeling om na 20 jaar een nieuwe inventarisatie te houden. In deze periode kunnen er panden bijgekomen zijn, die van historische waarden zijn en waarvan het van belang is dat deze voor Woudenberg behouden blijven. Deze panden kunnen dan toegevoegd worden aan de bestaande gemeentelijke monumentenlijst.

Voor onder meer het inventariseren en het beschrijven van de panden zal een deskundige ingehuurd dienen te worden. De kosten hiervoor betreffen een incidenteel budget.

De te maken kosten voor het actualiseren van de gemeentelijke monumentenlijst zijn niet bekend. Een schatting kan worden gemaakt van rond de € 50.000. De incidentele kosten kunnen gedekt worden via de reserve dorpsvoorzieningen.


Opbrengst leges omgevingsvergunning

In de begroting 2024-2027 is jaarlijks € 220.000 aan vaste opbrengst leges omgevingsvergunning opgenomen en € 80.000 aan variabele opbrengst leges omgevingsvergunning. Tegenover de variabele opbrengst leges van € 80.000 is eenzelfde bedrag aan kosten voor inhuur personeel meegenomen.

Op dit moment wordt inzichtelijk gemaakt welke opbrengsten en kosten omgevingsvergunning we kunnen verwachten voor de jaren 2025-2028. We verwachten dat de opbrengsten jaarlijks zullen fluctueren. Voorlopig worden wijzigingen in de bestaande budgetten PM geraamd in deze kadernota. In de begroting 2025-2028 zullen we met aangepaste budgetten komen.


Overige (kleine) posten

De overige kleine verschillen in programma 4 ten opzichte van de begroting 2024-2028 bedragen € 3.500 vanaf 2025. Dit betreft: Bijdrage pakket routes en paden en Routebureau.

Financiële wijzigingen in programma 4

Bedragen in euro's

- = nadelig

+ = voordelig