Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2025-2028 Kadernota 2025-2028

Plan van aanpak

Plan van aanpak

Om tot dit resultaat te komen, is het traject in vier fases verdeeld. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.


Fase 1: Scenario-ontwikkeling opgave en ontwerp van het proces

In de eerste fase van het traject wordt gewerkt aan het ontwerpen van een helder, transparant en duidelijk proces waar participatie een onderdeel van is. Inwonersparticipatie kan op verschillende wijzen worden vormgegeven. In de paragraaf “Het participatietraject” van dit hoofdstuk wordt inhoudelijk ingegaan op het participatieproces en in het navolgende figuur 1 is de denklijn opgenomen over de verhouding ambtelijk, bestuurlijk en inwoners.

Figuur 1 positionering college gemeenteraad en participatie


Fase 2 Beïnvloedbaarheid begroting

In fase twee wordt een deskstudie uitgevoerd op eerdere onderzoeken zoals het witboek bezuinigingsdialoog, de financiële scan van de provincie Utrecht en de herstelplannen van de gemeente Woudenberg uit 2021. Daarnaast wordt aan de hand van een analysemodel van beleidsvrijheid van de Raad voor het Openbaar Bestuur (Beleidsvrijheid geduid) de begroting van de gemeente geanalyseerd op de beïnvloedbaarheid door de gemeente zelf (onderscheid wettelijke en niet-wettelijke taken). Hier wordt het dashboard ‘Beïnvloedbaar begroten’ van Berenschot voor gebruikt. Dit dashboard (een online power-BI tool) biedt inzicht in verschillende niveaus in de begroting en geeft aan in hoeverre er sprake van beïnvloedbare ruimte. De mate van beïnvloedbaarheid van de begroting wordt geanalyseerd op het niveau van de BBV-taakvelden. Het model houdt onder meer rekening met:


Wettelijke verplichtingen die op het budget rusten (gaat het om een verplichte, aanbevolen, optionele of autonome taak?) en of er sprake is van dwingend voorgeschreven doelvoorschriften, bandbreedtes, resultaatafspraken, dimensionering of zijn er geen voorschriften. Vervolgens wordt beoordeeld of de

  • Wettelijke taak een voorgeschreven toepassing is, in medebewind wordt uitgevoerd of een verordenende bevoegdheid voor de gemeente inhoudt.
  • Administratieve (contractuele afspraken of verleende subsidies) of financiële verplichtingen (kapitaallasten, en met subsidies of specifieke uitkeringen samenhangende baten): voor zover deze niet meer terug te draaien zijn, wordt er vanuit gegaan dat die kosten niet beïnvloedbaar zijn. Ten aanzien van kaders vanuit de gemeenteraad (besluiten) wordt er vanuit gegaan dat deze wel heroverwogen kunnen worden.
  • Bestuurlijke verplichtingen (afspraken met andere overheden zoals convenanten of gemeenschappelijke regelingen): in principe is het standpunt dat de gemeente verplichtende afspraken met andere overheden of organisaties nakomt.


De ruimte die vervolgens overblijft, wordt beschouwd als beïnvloedbare ruimte. Daarbij wordt in kaart gebracht welke raads- en collegekaders op die ruimte van toepassing zijn. Met andere woorden, als de gemeente de beïnvloedbare ruimte wil inzetten, welke besluiten of beleidskaders moeten dan aangepast worden? Hiermee wordt ook inzichtelijk welke consequenties verbonden zijn aan alternatieve aanwending van middelen.


Het uitgangspunt dat daarbij gehanteerd wordt is dat zowel materiële als personele budgetten beïnvloedbaar zijn. Personeel wordt namelijk toegerekend aan wettelijke taken op minimumniveau en aan eigen gemeentelijke beleid en overhead wordt vervolgens toegerekend aan de fte’s die de gemeentelijke taken uitvoeren.


Naast deze analyses worden in fase 2 financiële analyses opgesteld van de ontwikkeling van de begroting en rekeningen in de achterliggende jaren op budgetniveau.


Fase 3 Kerntaken in beeld

In deze fase wordt door Berenschot een beeld opgebouwd van het profiel van de gemeente Woudenberg in landelijke monitors over onder andere de samenstelling en het profiel van de bevolking, de zorgvraag in de gemeente, de fysieke ontwikkeling van de gemeente en het lokale lastenniveau. Mede op basis hiervan wordt vervolgens ook het gesprek met college en raad aangegaan over het profiel van de gemeente Woudenberg. Dit biedt vanuit ‘wat willen we zijn’ basis voor een confrontatie met de scenario’s, de concrete keuzemogelijkheden tot de daaruit voortkomende vraag ‘wat kunnen we nog zijn’ in Fase 4.


Daarnaast worden in fase 3, aan de hand van de opbrengst van fase 2, integraal over alle beleidsvelden de concrete keuzemogelijkheden in beeld gebracht. Het doel hiervan is een zo volledig mogelijk pakket samen te stellen. Deze keuzemogelijkheden worden per maatregel voorzien van een korte beschrijving van maatschappelijke gevolgen langs een gestandaardiseerd format. Ook zal de samenhang tussen de maatregelen in beeld gebracht worden. De maatregelen gaan over zowel inkomsten als uitgaven van de gemeente. Berenschot zal in deze fase ook haar ervaringen vanuit vergelijkbare trajecten bij andere gemeenten inzetten.


Fase drie wordt afgesloten met een rapportage van de opbrengsten van fase 1 tot en met 3. Hiermee wordt het technische proces van het traject afgesloten en volgt vanaf fase 4 het bestuurlijke proces.


Fase 4 Besluitvormings- en keuzeproces

Op basis van de opbrengst van fasen 1 tot en met 3 wordt de besluitvorming door college en gemeenteraad vormgegeven in het samenspel met de inwoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen zoals met elkaar is gedefinieerd in fase 1. Het doel van deze fase is om alle voorbereide en uitgewerkte maatregelen om te zetten in daadwerkelijke en passende besluiten waarmee het duurzaam en gezond evenwicht op lange termijn wordt gerealiseerd.