Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2025-2028 Kadernota 2025-2028

1.2 Bestuurlijk financieel kader

1.2. Bestuurlijk financieel kader

Al een aantal jaar op rij zijn er landelijk vragen over de houdbaarheid van de financiering van gemeenten. Ook de gemeente Woudenberg wordt door deze landelijke discussies geraakt. Buiten het zogeheten ‘ravijn’, wat een terugval in de algemene uitkering laat zien waardoor de financiën onder druk staan, wordt de gemeente ook geraakt door de herverdelingssystematiek van de algemene uitkering.

De gemeente Woudenberg heeft in het verleden al meerdere bezuinigingsoperaties gekend. De huidige collegeperiode kenmerkt zich door streng financieel beleid; er is weinig tot geen ruimte voor nieuwe structurele uitgaven. De discussie over bijvoorbeeld de businesscase van het Cultuurhuis wordt daardoor geraakt.


In de voorjaarsnota 2024 heeft het Rijk een aantal maatregelen ten aanzien van de medeoverheden aangekondigd. Daarbij wordt aangekondigd dat de opschalingskorting, die vanaf 2026 weer verder zou oplopen, wordt geschrapt. Ook wordt een vooraankondiging gedaan dat de financiering van de Wmo uit de algemene uitkering wordt gehaald en op andere wijze zal worden gefinancierd, maar hierover moeten nog afspraken worden gemaakt. Tegenover deze maatregelen en andere compensaties staat dat het Rijk eenmalig in 2025 een uitname uit het gemeentefonds doet, dit gaat om een bedrag van € 675 miljoen, wat voor Woudenberg een kostenpost van ongeveer € 400.000 zal betekenen.


De afgelopen twee jaar heeft de gemeente inkomsten kunnen inboeken voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Hierdoor laten de jaarrekeningen 2022 en 2023 grote overschotten zien. Ook voor 2024 is voor de begroting een positief saldo gegeven. Dat geeft de gemeenteraad en het college een dubbel gevoel, we vinden het onze plicht om deze vluchtelingen op te vangen, vanwege de oorlog in Oekraïne. Dat we daaraan een positief saldo te danken hebben, kan als wrang worden ervaren. Voor 2025 verplicht de provincie, onze financiële toezichthouder, ons echter om anders met deze overschotten om te gaan. In deze kadernota ziet u dat het te verwachten overschot van de opvang wordt toegevoegd aan een reserve. Deze wijze van financiële afhandeling is door de provincie verplicht gesteld.


In het overzicht van de jaren 2025 tot en met 2028 betekenen deze maatregelen een stevig negatief resultaat voor de jaren 2026 tot en met 2028. Het resultaat start in 2025 met € 0,15 miljoen in de min, de jaren daarna lopen de tekorten op naar gemiddeld € 1,1 miljoen per jaar. Dit is onhoudbaar voor de gemeente en vereist dat wij maatregelen nemen. Ook de provincie stelt dat voor gezond financieel beleid een sluitende begroting vereist is. De kadernota die nu voor ligt staat ver van die vereiste af.


De gemeenteraad heeft op 29 februari 2024 het besluit genomen om een krediet beschikbaar te stellen voor een kerntakendiscussie. Deze kerntakendiscussie wordt in 2024 opgestart en geeft het college en de gemeenteraad mogelijkheden om keuzes te maken, om uiteindelijk tot een sluitende begroting te komen. De resultaten van deze kerntakendiscussie worden bij de kadernota 2026 aan uw raad voorgelegd. De discussie is hierdoor nog niet afgerond als straks de begroting voor 2025 en verder wordt opgesteld door de organisatie.


Het college is van mening dat op zijn minst, in afwachting van de kerntakendiscussie, maatregelen moeten worden genomen om voor het jaar 2025 tot een positief of neutraal begrotingssaldo te komen. Wij kiezen er voor die nog niet in deze kadernota op te nemen, maar te onderzoeken. Dit zodat de gemeenteraad een goed beeld krijgt van de huidige financiële situatie. De wens is om richting de begroting een aantal onderwerpen te onderzoeken om deze in de begroting te verwerken. Deze onderwerpen worden kort benoemd in het raadsvoorstel.


Het college wil daarbij wel meegeven dat wij de afgelopen jaren steeds grotere overschotten op de resultaten in de jaarrekening zien. Waar de structurele financiering beperkter lijkt te worden, zien wij de incidentele financiële middelen groter worden. Het is niet gepast om nu voor 2025 harde bezuinigingen af te kondigen, terwijl er jaarlijks zo’n positief resultaat wordt behaald.


De toezichthouder stelt dat wij de Oekraïne middelen in een reserve moeten wegboeken, terwijl die middelen het negatieve begrotingssaldo ruim overschrijden. Een deel van de maatregelen die het college dan ook wil nemen zijn vooral financiële verschuivingen, zonder effect op de taken die de gemeente uitvoert. Maar tegelijk zullen er ook maatregelen moeten worden genomen die ons wel raken. Daarbij zal ook worden bekeken hoe dergelijke maatregelen zich verhouden in het licht van de kerntakendiscussie. Het college wil de balans tussen beide goed verwerken in de concept begroting die in het najaar aan uw raad wordt aangeboden.