Ga naar de inhoud van deze pagina.
Kadernota 2025-2028 Kadernota 2025-2028

Participatietraject

Het participatietraject

De vragen ‘Waar staat de gemeente Woudenberg voor?’ en ‘Voor welke ondersteuning kunnen inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers bij de gemeente terecht?’ zijn fundamenteel. Om deze vragen te kunnen beantwoorden is het gesprek met de samenleving essentieel. We zijn er als gemeente voor onze samenleving en om tot goede financiële keuzes te komen, is het nodig om ten eerste transparant te zijn. Ten tweede gaan kerntaken de samenleving aan en is het daarom nodig om de ideeën, vragen en voorstellen uit de samenleving te horen. Daarom wordt een burgerparticipatieproces over de kerntakendiscussie georganiseerd. Deze burgerparticipatie is onderdeel van de kerntakendiscussie als geheel.


Het doel, de invloed en afbakening

We stellen drie doelen voor de burgerparticipatie over de kerntakendiscussie:

  1. Dat we als gemeente aan het denken worden gezet: hoe kijken onze inwoners naar de kerntaken? Wat voor ideeën hebben ze voor financiële vraagstukken en in hoeverre hebben ze steun voor die ideeën? We willen als gemeente gespiegeld worden in deze kerntakendiscussie.
  2. Hulp bij de prioritering: naast de burgerparticipatie kijken we ook zelf naar de kerntaken en financiële vraagstukken. Hoe kijken inwoners naar de mogelijke scenario’s en oplossingen die bedacht worden?
  3. Dat we werken aan wederzijds begrip: ‘Waar kan de gemeente Woudenberg nog voor staan?’ is een fundamentele vraag en mogelijke oplossingen kunnen lastig zijn. Een goed en transparant gesprek hierover maakt het mogelijk om meer wederzijds begrip te krijgen.


Rolverdeling

Het ‘niveau’ van de burgerparticipatie dat voor dit traject wordt gehanteerd is ‘adviseren’. Het college vraagt om adviezen van de samenleving. Wat betreft de verdere afbakening – waar mag het tijdens de gesprekken over gaan? – geeft het college de samenleving geen financiële, politieke of bestuurlijke kaders mee. Het enige is dat mogelijk aangedragen oplossingen door de samenleving wel binnen de kaders van de wet moeten vallen.


Op basis van de uitkomsten van het participatieproces en de andere activiteiten uit de verschillende hierboven beschreven fases stelt het college een voorstel op voor de gemeenteraad waarin de uitkomsten verwerkt zijn.


De participatievorm en proces

Voor de burgerparticipatie over de kerntakendiscussie wordt een Inwoners Werkgroep[1] opgericht om drie keer mee in gesprek te gaan. De Inwoners Werkgroep heeft de volgende eigenschappen:

  • De rol van deze werkgroep is, zoals ook al beschreven, adviserend;
  • Er wordt ingezet op het samenbrengen van diverse perspectieven in de werkgroep. Met deze participatievorm zorgen we niet voor statistische representativiteit maar wel voldoende en diverse kwalitatieve inbreng en kleuring vanuit inwonersperspectief;
  • Binnen de werkgroep is het belangrijk dat iedereen zich welkom en gehoord voelt.


Voor elke gespreksronde krijgen de participanten een kort informatiepakket voor de bijeenkomst zodat ze toegankelijk maar goed geïnformeerd deel kunnen nemen. Dit pakket is per bijeenkomst gericht op de hoofdvraag van de bijeenkomst. De precieze hoofdvragen worden later bepaald en deze zullen deels afhangen van de andere activiteiten binnen de brede kerntakendiscussie. De vragen zullen van de volgende aard zijn en geplaatst worden in de context van de financiële opgave van de gemeente:

  • Vraag 1 zal gaan over hoe de inwoners naar de kerntaken kijken;
  •  Vraag 2 zal gaan over mogelijke oplossingen voor de financiële vraagstukken (en de steun voor en prioritering van die oplossingen);
  • Vraag 3 zal gaan over een advies van voorstelde scenario’s of oplossingen. Hoe wordt gedacht over mogelijke dilemma’s binnen scenario’s of oplossingen? Wat betekenen mogelijke maatregelen voor inwoners?


De opbrengst van iedere bijeenkomst wordt gevat in een korte notitie die teruggelegd wordt na de bijeenkomsten.


Beoogde participanten

  • Participanten geven zich op bij de gemeente nadat er via gebruikelijke communicatiekanalen een oproep is gedaan. Bij de opgave worden enkele aanvullende gegevens van participanten gevraagd zodat we weten wie er mee doen.
  • Bij de werving wordt duidelijk gemaakt dat we om commitment van de participanten vragen omdat ze drie keer meedenken.
  • De opgave en deelname van participanten is niet te garanderen—het is en blijft hun eigen keuze. Als blijkt dat weinig mensen zich hebben opgegeven, of dat enkel de usual suspects zich hebben opgegeven, wordt op zoek gegaan naar aanvullende perspectieven—bijvoorbeeld jongeren via de jongerenwerker en het onderwijs.
  • Het streven is een werkgroep van ca. 25 deelnemers. Als meer deelnemers zich opgeven wordt door de gemeente een gewogen selectie gemaakt om diversiteit in perspectieven te waarborgen.


Wat gebeurt er met de adviezen van de werkgroep?

De totale opbrengst van de Inwoners Werkgroep worden aangeboden aan het college. Het college verwerkt de uitkomsten van de brede kerntakendiscussie inclusief de opbrengt van de participatie in de kadernota 2026. Hierin is zichtbaar welke opbrengst van de Inwoners Werkgroep wel en niet verwerkt is. De kadernota wordt in mei 2026 aangeboden aan de gemeenteraad. Aan de Inwoners Werkgroep wordt een terugkoppeling gegeven van de gemaakte keuzes en wijze van verwerking in de kadernota.


Betrokkenheid maatschappelijke organisaties

Het participatietraject binnen de kerntakendiscussie is nu vooral gericht op burgers en inwoners. Dit in verband met het eerste doel, namelijk om gespiegeld te worden door een groep inwoners. Later in het proces (rond de derde bijeenkomst) wordt een extra adviesgesprek met de maatschappelijke organisaties en ondernemers georganiseerd.


[1] Er staat hier nu inwoners, omdat we later in het proces een nadrukkelijke rol geven.