Maatschappelijk effect 3 – Minder inzet van specialistische zorg door het stimuleren van innovatieve en adequate zorgverlening
Wat wilden we bereiken?
Door lokale, passende en integrale ondersteuning (maatschappelijk effect twee) willen we de inzet van specialistische, individuele voorzieningen (jeugdhulp, Wmo-voorzieningen, re-integratietrajecten en schuldhulpverlening) voorkomen. Indien specialistische voorzieningen toch nodig zijn, willen we dit graag zoveel als mogelijk lokaal, passend en collectief inzetten, zo snel mogelijk op de juiste plek en weer afbouwen zodra het kan.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Het jaar 2024 was voor de jeugdzorg een overgangsjaar. Het nieuwe contract met MetMaya voor specialistische jeugdhulp startte, terwijl zorgtrajecten die vóór de start van MetMaya al liepen, afgerond mochten worden bij de oude zorgaanbieder. In de loop van het jaar werd duidelijk dat er meer cliënten bij de pxq-aanbieders waren gestart dan verwacht en dat hun trajectduur langer duurde dan gemiddeld. Tegelijkertijd was MetMaya in opbouw er werd er veel tijd en energie gestoken in het inregelen van diverse werk- en bedrijfsprocessen en het aannemen van nieuwe werknemers. Hierdoor kon MetMaya minder jeugdhulp bieden dan vooraf was verwacht. Dit alles leidde ertoe dat de verwachte onderschrijding van het taakgerichte budget van MetMaya lager was dan van te voren ingeschat, terwijl de overschrijding van de pxq-aanbieders juist hoger was dan verwacht. Dit zorgde in 2024 voor fors hogere zorgkosten.
We zien tegelijkertijd dat we doordat we nu één contractpartner hebben voor jeugdhulp, we in 2024 gezamenlijk met MetMaya belangrijke stappen hebben kunnen zetten in de transformatie van jeugdhulp. Er is daadwerkelijk sprake van het partnerschap wat we met het nieuwe contract beoogde en een gedeelde verantwoordelijkheid voor de beweging die we willen maken. Zo sluit MetMaya aan bij de werkplaats jeugd van het Regionaal Inkoop- en Subsidiebureau, en bij het periodieke overleg tussen gemeenten en de samenwerkingsverbanden onderwijs.
We zijn verder gegaan met de opdrachten uit de Hervormingsagenda Jeugd en het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Met ondersteuning van een regionale transformatiemanager jeugd werkten we aan vier transformatielijnen: stevige lokale teams; samenwerking met medische verwijzers; samenwerking in de veiligheidsketen; en onderwijs en jeugdhulp. In 2024 lag de nadruk in Woudenberg op de transformatielijn Stevige lokale teams. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk vragen kunnen worden opgelost in het voorveld of door het Sociaal Team. In 2024 is het collectief aanbod van De Kleine Schans geëvalueerd en de conclusie was dat wat we hebben goed werkt, en dat er nog kansen liggen om het aanbod sterker neer te zetten en uit te breiden. Verder is veel ingezet in verdere professionalisering van het Sociaal Team met betrekking tot veiligheidsvraagstukken, in lijn met de transformatielijn Samenwerking in de veiligheidsketen.
In 2023 is de aanbesteding, inkoop Wmo begeleiding & beschermd wonen, die uitging uit van één perceel en één contractpartij, zonder resultaat geëindigd. Naar aanleiding hiervan is het afgelopen jaar een verkenning uitgevoerd met zowel gecontracteerde als niet-gecontracteerde Wmo-aanbieders. Samen wordt gewerkt aan een nieuwe aanbesteding met een geplande startdatum in 2026.
In de tussentijd zijn bestaande contracten met zorgaanbieders verlengd of zijn er nieuwe, kortdurende contracten afgesloten. Voor de maatschappelijke opvang is inmiddels een aparte aanbesteding gestart. De vrouwenopvang zal op een later moment via een afzonderlijke aanbesteding worden ingekocht.
De doordecentralisatie van beschermd wonen is in het afgelopen jaar opnieuw uitgesteld. Dit komt omdat de invoering van het woonplaatsbeginsel en het nieuwe verdeelmodel voor Beschermd Wonen opnieuw door het Rijk zijn uitgesteld. De nieuwe streefdatum voor invoering is nu 1 januari 2026. Deze maatregelen zijn nodig omdat deze ervoor zorgen dat we als gemeente verantwoordelijk blijven voor de ondersteuning van onze eigen inwoners en daarvoor ook de passende middelen uit het gemeentefonds zullen ontvangen.
Staatssecretaris Maeijer heeft afgelopen jaar aangekondigd dat de invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de Wmo wordt uitgesteld. De beoogde implementatiedatum is verschoven naar 1 januari 2027. Totdat deze maatregel van kracht wordt, blijft het huidige wettelijke abonnementstarief voor de eigen bijdrage Wmo van toepassing.
Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport ‘Burger in zicht’ van de Nationale Ombudsman is in 2024 een eerste verkenning gedaan naar de mogelijkheden voor een onafhankelijke functionaris of een klachtencommissie. Dit met als doel inwoners een laagdrempelige plek te bieden om klachten te melden, wanneer zij zich niet vrij voelen dit direct bij aanbieder, Coöperatie De Kleine Schans en/ of de gemeente te doen. In 2025 wordt dit verder onderzocht. Er wordt gekeken naar de haalbaarheid en de meest wenselijke aanpak. Adviesraad Sociaal Domein wordt hierbij betrokken om tot een zorgvuldig en goed onderbouwd advies te komen. Op basis daarvan kunnen verdere stappen worden bepaald.
In de Woondeal 2023 – 2030 is afgesproken dat de gemeenten een regionale en lokale regionale woonzorgvisie opstellen. Het doel van de visie is om zowel regionaal als lokaal beter te kunnen sturen op voldoende woningen voor aandachtsgroepen en ouderen. Er is, in overeenstemming met de Woonvisie 2024-2030 en n.a.v. een (boven)regionale woon- zorganalyse, een woonzorgvisie vastgesteld. De deelnemers aan het werkatelier Wonen en Zorg 2040 zijn betrokken geweest bij de totstandkoming van deze visie. In de woonzorgvisie staan afspraken tussen de gemeente, woningcorporaties en zorginstellingen. Het omvat acties op het gebied van versterken samenredzaamheid, versterken wijkinfrastructuur en creëren diversiteit aan (zorg)woonvormen. De uitwerking van de activiteiten in de Woonzorgvisie en de Woonvisie zullen in het uitvoeringsplan Wonen opgenomen worden.