Algemene belastingen
Kengetallen
Volgens de regeling van het Ministerie van BZK, 2015-0000387198, dienen ingaande het verantwoordingsjaar 2015 diverse financiële kengetallen in begroting en jaarrekening vermeld te gaan worden. Een beknopte tabel is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Ter verduidelijking van deze tabellen hebben we in dit programma een toelichting op de tabellen opgenomen. Het betreffen de volgende kengetallen:
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen: Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Indien sprake is van een forse schuld én veel eigen vermogen (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves), hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Daar is bijvoorbeeld sprake van indien een lening is aangegaan, omdat het eigen vermogen niet liquide is (omdat het vast zit in bijvoorbeeld een gemeentehuis of dat er andere investeringen mee zijn gefinancierd). Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente. De solvabiliteitsratio drukt immers het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen en geeft daarmee inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer de grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of de grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
Belastingcapaciteit
De OZB is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan landelijk gemiddelde tarieven. Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB kan ook gekeken worden naar de riool- en afvalstoffenheffing, indien deze heffingen niet kostendekkend zijn, maar lager zijn vastgesteld. Hiervan is bij de gemeente Woudenberg echter geen sprake.
Kengetallen 2023 in cijfers
1.Netto schuldquote
Bedragen x € 1.000 |
2023 |
2022 |
2021 |
A: Totaal van de vaste schulden |
4.205 |
8.924 |
12.712 |
B: Totaal netto vlottende schulden |
3.308 |
5.735 |
5.374 |
C: Totaal overlopende passiva |
7.137 |
1.256 |
821 |
D: Uitzettingen met rentetypische looptijd > één jaar |
2.027 |
2.297 |
2.350 |
E: Uitzettingen met rentetypische looptijd < één jaar |
16.993 |
12.590 |
6.740 |
F: Totaal liquide middelen |
970 |
400 |
446 |
G: Overlopende activa |
2.490 |
366 |
85 |
H: Totaal saldo baten, exclusief mutaties reserves |
48.532 |
47.112 |
41.438 |
(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% = (14650-22.480)/-7.829 * 100% |
-16,13% |
||
(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% = (15.690-15526)/47.112 * 100% |
0,56% |
||
(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% = (18.907-9.621)/41.438 * 100% |
23,20% |
2.Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen
De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen, sluit onder punt D alle kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen uit. In de uitzettingen door de gemeente Woudenberg zitten kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen voor een bedrag van € 327.000. Het ratio is 1,04 %.
3.Solvabiliteitsratio
Bedragen x € 1.000 |
2023 |
2022 |
2021 |
A: Totaal van het eigen vermogen |
20.778 |
14.698 |
9.509 |
B: Totaal van de passiva |
44.132 |
39.070 |
35.993 |
(A/B) * 100% |
47,08% |
37,62% |
26,42% |
4.Kengetal grondexploitatie
Bedragen x € 1.000 |
2023 |
2022 |
2021 |
A: Totaal “Niet in exploitatie genomen gronden” |
- |
- |
- |
B: Totaal “Bouwgronden in exploitatie” |
-1.204 |
-1.726 |
3.566 |
C: Totaal saldo baten, exclusief mutaties reserves |
48.532 |
47.112 |
41.438 |
(A+B)/C * 100% |
-2,48% |
-3,66% |
8,61% |
5.Kengetal structurele exploitatieruimte
Bedragen x € 1.000 |
2023 |
2022 |
2021 |
A: Totaal Structurele lasten |
44.960 |
42.382 |
39.340 |
B: Totaal Structurele baten |
47.308 |
43.800 |
40.565 |
C. Structurele toevoeging aan de reserves |
373 |
118 |
109 |
D. Structurele onttrekkingen aan de reserves |
283 |
443 |
296 |
E: Totaal saldo baten, exclusief mutaties reserves |
54.660 |
47.112 |
41.438 |
(((B-A)+(D-C))/E) * 100% = (-2.348+-90) /54660 * 100% |
4,13% |
||
(((B-A)+(D-C))/E) * 100% = (1.418+325) / 4711 * 100% |
0,37% |
||
(((B-A)+(D-C))/E) * 100% = (1.225+187) / 4144 * 100% |
0,34% |
6.Kengetal belastingcapaciteit
2023 |
2022 |
2021 |
|
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-lasten |
397 |
471 |
404 |
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-lasten |
248 |
248 |
233 |
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin |
284 |
306 |
295 |
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin |
- |
- |
- |
E. Totale woonlasten voor gezin (A+B+C+D) (cijfers gemeente en niet COELO) |
929 |
1025 |
932 |
F. Woonlasten gemiddeld gezin voorgaand begrotingsjaar |
944 |
905 |
811 |
Kengetal Belastingcapaciteit |
98,41% |
113,26% |
114,92% |