Ga naar de inhoud van deze pagina.
Najaarsrapportage 2023 Najaarsrapportage 2023

Inleiding

Inleiding

Voor u ligt de financiële najaarsrapportage 2023. Deze rapportage geeft een doorkijk van de financiële stand van zaken van het hele jaar aan de hand van de werkelijke cijfers tot en met oktober 2023. In de financiële najaarsrapportage 2023 zijn de volgende onderdelen opgenomen:

  • Inleiding
  • Overzicht financiële mutaties najaarsrapportage
  • Specificatie teruggedraaide bezuinigingen 2023
  • Specificatie mutaties loonkosten en inhuur derden

In het overzicht financiële mutaties zijn zowel de wijzigingen in de budgetten opgenomen als de verschuivingen tussen de budgetten. De verschuivingen tussen de budgetten (neutraal) hebben geen invloed op het begrotingsresultaat maar zijn wel belangrijk voor de begrotingsrechtmatigheid bij de vaststelling van de jaarrekening. Verschuivingen tussen budgetten dienen ook door de raad te worden geaccordeerd.

De primitieve begroting 2023 had een voordelig saldo van € 98.000. Na verwerking van de voorjaarsrapportage bedroeg het begrotingssaldo € 939.000 voordelig. Deze najaarsrapportage bevat een positief saldo van € 1.071.000. Hierdoor bedraagt het verwacht overschot voor 2023 € 2.010.000 afgerond.

Het verwacht overschot van € 2.010.000 wordt vooral veroorzaakt door een voordelig exploitatieresultaat op opvang Oekraïne van € 2.990.000. Het nadelig exploitatieresultaat op de normale bedrijfsvoering bedraagt € 980.000, waarvan reeds € 659.000 (o.a. loonkosten cao, uitbreiding Griffie en inhuur personeel derden) is toegelicht bij de voorjaarsrapportage.

Als gemeente hebben we een voordelig exploitatieresultaat op opvang Oekraïne doordat in Woudenberg de locaties deels gratis ter beschikking worden gesteld. De kracht van de Woudenbergse samenleving levert ons financiële middelen op die we weer kunnen inzetten ten gunste van Woudenberg.

De relevante mutaties in de financiële najaarsrapportage zijn:

  • Lagere geschatte uitgaven opvang Oekraïne;
  • Hogere kosten Participatie (incl BBZ-regeling);
  • Hogere kosten GGD;
  • Lagere kosten minimaregelingen;
  • Hogere energiekosten gemeentelijke gebouwen;
  • Hogere kosten werving en selectie nieuw personeel;
  • Hogere kosten pensioenverplichtingen (oud) wethouders;
  • Hogere Algemene uitkering;
  • Hogere opbrengsten leges Wabo vergunningen;
  • Hogere opbrengst OZB;
  • Renteopbrengsten kortlopende geldleningen;
  • Diverse mutaties reserves.