Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2023

Bestemming jaarrekeningresultaat

Bestemming jaarrekeningresultaat

Het college stelt het volgende scenario voor qua resultaatbestemming:

Toevoeging algemene reserve

 € 2.834.939

Toevoeging algemene reserve specifiek gereserveerd voor handhaving

€    150.000

Toevoeging reserve dorpsvoorzieningen

 €    350.000

Toevoeging reserve duurzaamheid

€    500.000

Toevoeging reserve ontheemden

€    300.000

Toevoeging reserve opleidingskosten personeel

€      32.000

Totaal

€ 4.166.939


Toevoeging algemene reserve                                                                                                      € 2.834.939

De gemeente Woudenberg heeft de wens om de financiële gezondheid van de gemeente nu en in de toekomst in beeld te brengen en te houden. Hiervoor is in 2023 het dashboard financiële gezondheid gemaakt. Het dashboard bevat 22 indicatoren. De raad heeft besloten de resultaten van vijf belangrijke indicatoren de komende jaren te verbeteren. Twee van deze belangrijke indicatoren zijn het eigen vermogen per inwoner en het weerstandsratio. Bij de kadernota treft u in respectievelijk bijlage A en hoofdstuk vijf een actualisatie van het dashboard aan en een inhoudelijke toelichting hierop.


Door een deel van het positieve jaarrekeningresultaat 2023 toe te voegen aan de algemene reserve zal het eigen vermogen per inwoner en de weerstandsratio verbeteren. Een aanvullend argument om een substantieel deel van het jaarrekeningresultaat 2023 te bestemmen voor de algemene reserve is gelegen in gewijzigde regelgeving. Op basis van deze nieuwe regelgeving is het namelijk onder voorwaarden toegestaan om een begrotingsjaar deels te dekken met een begrote uitname uit de algemene reserve. De belangrijkste voorwaarde hiervoor is dat de algemene reserve van voldoende omvang moet zijn. Met de huidige omvang van € 6,6 miljoen aan algemene reserve en c.a. € 2,2 miljoen aan risico’s mag 10 % van € 4,4 miljoen (algemene reserve minus risico’s) = € 440.000 jaarlijks aan de algemene reserve worden onttrokken om de tekorten vanaf 2026 te verminderen. Zouden we nog een substantiële toevoeging aan de algemene reserve doen, ontstaat er meer ruimte om de tekorten vanaf 2026 deels te kunnen dekken.

In de primitieve begroting 2023 is reeds besloten dat € 1 miljoen in ieder geval aan de algemene reserve zou worden toegevoegd. De toevoeging van € 1 miljoen is al verwerkt in bovengenoemd jaarresultaat. Zonder deze toevoeging zou het resultaat dan ook € 5,1 miljoen zijn. Alles overziend stelt het college voor om van het jaarrekeningresultaat een aanvullend bedrag van € 2.834.939 te bestemmen voor de algemene reserve. Met de aanvullende toevoeging krijgt de algemene reserve de omvang van € 9,4 miljoen.

Toevoeging algemene reserve specifiek gereserveerd voor handhaving                           € 150.000

Het college stelt voor om € 150.000 extra aan de algemene reserve toe te voegen en dit bedrag specifiek te reserveren voor het project achterstand handhaving. De gemeenteraad heeft tijdens de raadsvergadering van 21 maart 2024 de motie ‘Ongenoegen Raad’ aangenomen. Tijdens deze behandeling en eerdere behandelingen van bestemmingsplannen is door de gemeenteraad aangegeven dat zij extra inzet op handhaving wenselijk acht.


Daarom wil het college middelen naar voren halen en aanvullen. Bij de begrotingsvaststelling voor 2023 en verder was voor de jaren 23, 24 en 25 incidenteel € 120.000 beschikbaar gesteld voor een kwaliteitsimpuls voor VTH. Vanwege tegenvallende jaarresultaten in de Kadernota is gekozen om dit bedrag voor 2025 uit de begroting te verwijderen. Vanuit het jaarresultaat 2023 wil het college voorstellen om een project in te stellen op het gebied van handhaving voor € 150.000. De focus ligt op het zo veel mogelijk beperken van de achterstand in het (succesvol) afronden van lopende handhavingsaanvragen en dossiers. Daarnaast worden nieuwe aanvragen vanzelfsprekend ook opgepakt, de handhavingsstrategie wordt in juli 2024 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de financiële impuls van € 150.000 verwachten wij dat de handhavingslijst grotendeels kan worden opgepakt.

Toevoeging reserve dorpsvoorzieningen                                                                                    € 350.000

Bij de vaststelling van de begroting 2024-2027 heeft het college, via een memo, aan de raad concreet aangegeven welke bestedingen eventueel uit de reserve dorpsvoorzieningen bekostigd kunnen worden. Op basis van dit memo heeft de raad besloten dat vijf concrete bestedingen (van in totaal € 76.500) uitgevoerd mogen worden en dat het onderzoek toekomst sporten Woudenberg eerder dient plaats te vinden.


In de kadernota welke gelijktijdig met deze jaarrekening aan uw raad voorligt, is in hoofdstuk zes een actualisatie van de reserve dorpsvoorzieningen opgenomen. In deze actualisatie is een concreet bedrag (te weten € 100.000) voor het onderzoek naar sporten in Woudenberg opgenomen. De reservering voor de subsidieaanvraag van Tennisvereniging ’t Schilt is verhoogd van € 100.000 naar € 150.000 en ten aanzien van een vijftal onderwerpen volgt geen uitname meer, is deze reeds gedaan of volgt dit op korte termijn. Ten aanzien van deze onderwerpen is het bedrag op € 0 gesteld (zie Kadernota 2025). Ten slotte stelt het college een nieuwe reservering voor om uit de reserve dorpsvoorzieningen te financieren. Dit is een bedrag van € 50.000 voor het actualiseren van de monumentenlijst. Hiervoor zal op een later moment een apart raadsvoorstel aan uw raad worden voorgelegd om de daadwerkelijke uitname te realiseren.


Het college stelt voor om vanuit het jaarrekeningresultaat 2023 een bedrag van € 350.000 toe te voegen aan de reserve dorpsvoorzieningen.


Toevoeging reserve duurzaamheid                                                                                             € 500.000

Op het gebied van duurzaamheid is de opgave groot. Het Rijk heeft zich gecommitteerd aan de afspraken uit het Parijs-akkoord, waar een stevige reductie van CO2 is afgesproken. De gemeente ontvangt ten aanzien van duurzaamheid gelden van het Rijk die op dit moment alleen ingezet kunnen worden voor het aannemen of inhuren van personeel. Uitvoeringskosten voor relevante projecten dienen bekostigd te worden uit de reserve duurzaamheid of de algemene middelen. De reserve duurzaamheid wordt momenteel ingezet voor het digitale energieloket en bijdrage RAP. Daarnaast wordt voor de jaren 2024 en 2025 de regionale bijdrage RES bekostigd uit de reserve duurzaamheid en voor verschillende projecten waarvoor de gemeente gedeeltelijk subsidie vanuit het Rijk of provincie krijgt en waarbij de gemeente het resterende deel van de kosten dekt uit de reserve duurzaamheid. Met alle verplichtingen die op dit moment lopen zit er, medio april 2024, nog globaal € 80.000 in de reserve duurzaamheid welke vrij besteedbaar is.

Aangezien er medio april 2024 nog beperkte middelen (namelijk € 80.000) vrij beschikbaar zijn in de reserve duurzaamheid wordt geadviseerd een substantieel bedrag van het jaarresultaat 2023 toe te voegen aan de reserve duurzaamheid. Vooral de inzet op isolatieacties blijft de komende 10 jaar de basis. Gelijktijdig willen we inzet plegen op het gebied van de warmtetransitie en alternatieve warmtebronnen onderzoeken; gas als energiebron moet worden afgebouwd. Dit vraagt veel aandacht en geld. Daarnaast zal de focus de komende jaren liggen op het informeren en stimuleren van inwoners en het isoleren van woningen. Tot en met 2030 verwacht het college in ieder geval € 500.000 extra nodig te hebben om de kosten in de navolgende tabel te kunnen realiseren.

Bedragen in euro's

Reserve ontheemden                                                                                                                      € 300.000

De gemeente behaalt een positief resultaat op de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Op dit moment worden ongeveer 270 plekken aangeboden. Dit gebeurt op meerdere gemeentelijke locaties. Omdat wij de opvang efficiënt hebben weten te organiseren, is de regeling van het Rijk ruim voldoende om de opvang te creëren. Waar sommige gemeenten hebben gekozen voor opvang in bijvoorbeeld hotels, zijn de locaties van de gemeente Woudenberg in eigen beheer. Inmiddels wordt voor elke locatie wel huur betaald. Een deel van het werk dat plaatsvindt voor de doelgroep (koken en vertalen) vindt plaats door Oekraïense vluchtelingen die de gemeente Woudenberg in dienst heeft. Dit gaat om tijdelijke dienstverbanden, waarvan we weten dat we die ook alleen tijdelijk kunnen aanbieden. Dit is immers geen werk wat de gemeente blijvend zal uitvoeren. Het college stelt de raad voor om een deel van het overschot (ad. € 300.000) toe te voegen aan een reserve ontheemden.


We voorzien vanwege de langdurige opvang, maar ook vanwege de mogelijke taakstelling uit de spreidingswet dat de gemeente kosten zal maken om ontheemden (Oekraïne en asiel) op te vangen. Door nu alvast een reserve te creëren, kan een deel van die kosten worden opgevangen.


Reserve opleidingskosten personeel                                                                                           € 32.000

Vanaf het moment dat de gemeenteraad tijdens de behandeling van de begroting 2023 (in het najaar van 2022) heeft vastgesteld dat er een uitbreiding van de loonsom zou plaatsvinden, zijn ongeveer 70 nieuwe medewerkers aangetrokken. Veel van deze medewerkers hebben minder ervaring binnen de gemeentelijke overheid. Intern zijn al een standaard training (hoe werkt de gemeente) en intervisie georganiseerd via eigen collega’s, zonder dat dit op het opleidingsbudget drukt. Onze vaste training (CiEP) wordt aan elke medewerker aangeboden. De wens is om in 2024 een schrijftraining aan alle (nieuwe) beleidsmedewerkers aan te bieden.


Naast trainingen voor de gehele organisatie, zetten wij als gemeente ook in op de ontwikkeling van onze personeelsleden. Om mensen te binden en te boeien, zijn er voor individuele collega’s opleidingen bekostigd om hen te laten doorgroeien in hun functie of in een nieuwe functie. Dit is essentieel om het verloop verder te beperken in de huidige arbeidsmarkt. We zien dat door deze inzet voor 2024 er een tekort ontstaat op het opleidingsbudget.


De gemeenteraad heeft eerder gevraagd of het opleidingsbudget als dusdanig voldoende is. Het college heeft daarbij aangegeven dat hier bij de behandeling van de begroting voor 2025 en verder keuzes in worden gemaakt. Echter, vanwege de kerntakendiscussie en het ravijnjaar 2026, kiezen wij er op dit moment voor om de reserve te vullen met incidenteel geld en de discussie over het opleidingsbudget te betrekken bij de kerntakendiscussie. Zodoende stelt het college voor om een bedrag van € 32.000 toe te voegen aan de reserve opleidingskosten personeel.