Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2023

1. Bestuurlijk kader

1. Bestuurlijk kader

De gemeente Woudenberg heeft over het jaar 2023 een stevig positief jaarrekeningresultaat. Voor de gemeentelijke overheden blijft structurele dekking voor uitgaven een probleem. Dit komt door de bekostiging vanuit het Rijk: steeds meer taken worden via SPUKS of andere incidentele vormen gefinancierd. Structurele financiering blijft onder de maat. De gemeenteraad is bekend met de terminologie van het ravijnjaar, vanaf 2026 wordt een stevige korting op het gemeentefonds voorzien. Dit betekent ook dat de gemeente terughoudend is met het toevoegen van meerjarige verplichtingen. We zien ook dat bij debatten in de gemeenteraad de financiële situatie zorgt voor voorzichtigheid, bijvoorbeeld omtrent het cultuurhuis.


Het college vindt de financiering vanuit het Rijk onvoldoende. De taken die de gemeente uitvoert worden soms verzwaard of nemen in aantal toe, zonder dat hierbij voldoende financiële middelen ter beschikking worden gesteld. De stijgende kosten in het zorgdomein treft de gehele Nederlandse overheid. Ook de kosten voor zorg die onder de Rijksverantwoordelijkheid vallen, nemen toe. De gemeenten worden echter niet voldoende gecompenseerd voor stijgende kosten in Jeugdzorg, Wmo en de Participatiewet. Het Rijk heeft bij de voorjaarsnota aangegeven dat voor de Wmo, in de toekomst, een eigen vorm van financiering wordt uitgewerkt. Deze financiering zal straks niet meer via het gemeentefonds plaatsvinden. Het college verwacht echter niet dat er gekozen wordt voor een open einde regeling; waar de kosten direct te verhalen zijn op de Rijksoverheid. We wachten deze gesprekken af en houden een vinger aan de pols via de VNG. Bij de VNG en het samenwerkingsverband van de K80 laten wij steeds ons geluid horen dat de financiering van de lokale overheid moet worden verbeterd, als we de dienstverlening van de lokale overheid op peil willen houden.


Het grote overschot van 2023 wordt veroorzaakt door de overschotten voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen, meevallers in het Sociaal Domein en een aantal kleinere posten. Ook is er op een aantal budgetten sprake van onderuitputting; financiële middelen die zijn gereserveerd maar niet worden uitgegeven. Dit betekent een totaal overschot van € 4,2 miljoen.


Het college vindt het essentieel dat het grootste deel van dit overschot wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Daarnaast wil het college een aantal reserves aanvullen en een tweetal nieuwe creëren.