Risicoprofiel
Hier presenteren wij de belangrijkste risico’s. De prioritering van de risico’s vindt plaats aan de hand van de volgende schaalindeling van de kans:
Schalen voor de inschatting van de kans dat het risico zich in volle omvang voordoet
- Groot (= 60%) waarschijnlijk, de kans dat de gebeurtenis zich voordoet is groot;
- Gemiddeld (= 40%) mogelijk, de kans dat de gebeurtenis zich voordoet is gemiddeld;
- Klein (= 20%) de kans dat de gebeurtenis zich voordoet is klein.
In de volgende tabel presenteren wij de inschatting van de belangrijkste structurele risico’s op kortere en langere termijn:
De incidentele risico’s en de risico’s voor de grondexploitatie presenteren wij afzonderlijk.
Toelichting structurele risico’s:
Programma 1 - Samenleving
- Leerlingenvervoer
Wij zijn wettelijk verplicht om een adequaat systeem van leerlingenvervoer aan te bieden. De kosten van het vervoer zijn sterk afhankelijk van het aantal leerlingen, het aantal ritten en de bestemming van de ritten. Doordat het een open-einde regeling betreft, moet als risico rekening worden gehouden met een bedrag van € 76.700 (= +/- 10 % van het huidige budget) met een kans hierop van 60 %. Het uiteindelijke risicobedrag komt daarmee op € 40.560. Bij de begroting 2024 was het risicobedrag nog berekend op € 34.800. Door stijging van het budget met € 96.000 stijgt ook het risicobedrag.
- Onderwijshuisvesting
In 2020 hebt u het Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting gemeente Woudenberg (IHP) vastgesteld. Bij de vaststelling van het IHP hebt u structureel € 47.000 beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van De Olijfboom en De Wartburg. Bij de vaststelling van het IHP hebt u besloten het financieel risico op te nemen dat onze gemeente loopt bij de mogelijke beslissing van het Rijk om renovatie die de levensduur van een schoolgebouw verlengt onder de verantwoordelijk van de gemeente te laten vallen. Indien wij verantwoordelijk worden voor renovatie van scholen zullen in de toekomst de structurele lasten voor de gemeente stijgen met € 149.000. De kans hierop ramen we op 60 %. Het risicobedrag komt daarmee op € 89.400. Het risicobedrag is niet gewijzigd ten opzichte van de begroting 2024.
- Sociaal domein
De taken en verantwoordelijkheden voor de Jeugdzorg en Wmo (de onderdelen dagactiviteiten en begeleiding) liggen voor een groot deel bij gemeenten. Net als bij leerlingenvervoer, betreft dit ook een open-einde regeling. Voor het sociaal domein houden wij als risico rekening met 10 % van de totale uitgaven, uitgaande van recente cijfers. 10 % van het totale budget van € 11.000.000 is € 1.100.000. De kans hierop ramen we op 40 %. Het risicobedrag komt daarmee op € 440.000. Bij de begroting 2024 was het risicobedrag nog berekend op € 408.000. Door stijging van het budget met € 800.000 stijgt ook het risicobedrag.
Programma 2 - Leefomgeving
- Volksgezondheid/groen
Wij kunnen geconfronteerd worden met ziekten en plagen zoals MKZ, teken en de eikenprocessierups. Voor preventie, toezicht en bestrijding hiervan is een beperkt budget beschikbaar. De kosten voor het bestrijden variëren, afhankelijk van de mate van overlast en de methode van bestrijding. Wij gaan uit van een financieel risico van € 50.000. Vanwege de klimaatverandering is de kans bijgesteld naar 60 % met een risicobedrag van € 30.000. Het risicobedrag is niet gewijzigd ten opzichte van de begroting 2024.
Programma 5 - Bestuur en dienstverlening
- Dienstverleningsovereenkomst ICT
De gemeente Veenendaal is onze huidige leverancier voor ICT-diensten. De overeenkomst die we momenteel hebben (DVO) is niet meer up-to-date. Vooral maatregelen met betrekking tot het beheer van werkplekken, het Service Level Agreement (SLA) en de toenemende eisen op het gebied van informatieveiligheid vereisen meer maatregelen. De kosten van deze aanpassingen worden in 2024 uitgewerkt. Het is duidelijk dat de kosten zullen stijgen, maar het exacte bedrag hangt af van de keuzes die binnen de DVO worden gemaakt. De extra kosten voor de DVO zijn voorlopig PM geraamd. Wij schatten het financieel risico in op € 150.000. De kans dat de nieuwe DVO hoger uitvalt dan de huidige wordt geschat op 60 %. Het risicobedrag bedraagt dan 60 % van € 150.000 is € 90.000. Dit is een nieuw risico ten opzichte van de begroting 2024.
- Gemeenschappelijke regelingen
Het deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen betekent het gedeeltelijk inleveren van autonomie op bepaalde beleidsterreinen. Besluiten binnen de gemeenschappelijke regeling met financiële gevolgen zijn bindend voor alle deelnemende gemeenten. Wij kunnen besluiten met betrekking tot nieuw beleid niet zelfstandig beïnvloeden, met als gevolg dat de financiële consequenties een voldongen feit zijn. Als risico nemen we 5 % op van de totale bijdrage van € 2.600.000 is € 130.000. De kans hierop ramen we op 60 %. Het risicobedrag komt daarmee op € 78.000. De ervaring van de afgelopen 3 jaar leert dat het risicobedrag reëel is. Bij de begroting 2024 was het risicobedrag nog berekend op € 84.000. Door daling van het budget met € 200.000 daalt ook het risicobedrag.
- Ontwikkelingen HRM
IDe arbeidsmarkt blijft volatiel. In de komende vijf jaar gaat 20% van de gemeente ambtenaren met pensioen. De gemeente moet zich hierop voorbereiden. Omliggende gemeenten van grotere omvang betalen medewerkers in hogere salarisschalen, bij een kleine gemeente is er een afslag van de algemene uitkering op dit vlak. Dat betekent dat er bredere problematiek is dan alleen de pensioneringen in onze eigen organisatie. Het aantal vacatures binnen de gemeentelijke sector zal stijgen. We verwachten dat er soms moeilijk in te vullen vacatures zijn. Dat bepaalde functies beter betaald moeten worden om personeel te trekken (dat zien wij bijvoorbeeld als met de BOA’s die in Woudenberg werkzaam zijn).
De wens is om hiernaast te kijken naar innovatie op het gebied van HRM. Door medewerkers duurzaam inzetbaar te maken, of collega’s in (deels) in dienst te houden die met pensioen gaan. Artificial Intelligence biedt mogelijk kansen. Bijvoorbeeld door automatisering van bepaalde processen. In het eerste kwartaal van 2025 wordt het onderzoek naar het functiehuis van de gemeente afgerond. Waar nodig wordt onderhoud gepleegd of worden nieuwe functieomschrijvingen gemaakt. Dit kan ook effect hebben op de inschaling van medewerkers. De inzet is om dat binnen de huidige loonsom te pogen op te lossen.
Als risico nemen we 5 % op van de totale personeelskosten van € 7.500.000 is € 375.000. De kans hierop ramen we op 60 %. Het risicobedrag komt daarmee op € 225.000. Dit is een nieuw risico ten opzichte van de begroting 2024.
Algemene dekkingsmiddelen
- Algemene uitkering
De algemene uitkering vormt een belangrijke risicofactor. De hoogte van de algemene uitkering is afhankelijk van heel veel factoren. Uitgaande van een marge van 2,5 % van de geraamde algemene uitkering bedraagt het inkomstenrisico € 607.050. Hiervan nemen we 40 % is € 242.820 mee als risicobedrag. Bij de begroting 2024 was het risicobedrag nog berekend op € 231.820. Door stijging van de algemene uitkering met € 1.100.000 stijgt ook het risicobedrag.
- Herijking Gemeentefonds;
Met ingang van 1 januari 2023 is er sprake van een nieuwe verdeling van de algemene uitkering. Deze is verwerkt in de meicirculaire 2022. Gegeven de ontvangen adviezen van de ROB en de VNG en de reacties van gemeenten hebben de fondsbeheerders besloten het ingroeipad – het pad waarmee gemeenten naar de nieuwe verdeling ingroeien – te beperken tot 3 jaar. Het maximale effect is -/+ € 7,50 per inwoner in 2023 en -/+ € 15 per inwoner in 2024 en 2025. Daarmee komt het maximale effect op -/+ € 37,50 per inwoner in 2025.
De voorlopige herijking gemeentefonds voor Woudenberg betekent een nadeel van € 7,50 per inwoner in 2023 oplopend naar € 37,50 per inwoner vanaf 2025 welke via de meicirculaire 2022 is verwerkt in de cijfers van de begroting 2023-2026. In eerdere publicaties van het rijk was aangegeven dat Woudenberg een nadeelgemeente zou zijn van € 115 per inwoner. Het nadeel van € 115 per inwoner voor Woudenberg is niet van tafel en blijft nog steeds in beeld.
Het nieuwe model per 1 januari 2023 is geen eindstation en zal continue onderhoud vragen. Een expertgroep gaat aan de slag met verschillende onderzoeken over het verdeelmodel. De evaluatie van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds moet begin 2025 zijn afgerond. Na evaluatie komt er besluitvorming over de verdere implementatie van het nieuwe verdeelmodel.
Het verschil tussen € 115 per inwoner en de reeds in de cijfers verwerkte € 37,50 per inwoner is als risico opgenomen bij de programmarisico’s. De omvang van de risico is € 1.147.000 met een kans van 60 %. Het risicobedrag bedraagt € 688.200. Bij de begroting 2024 was het risicobedrag nog berekend op € 542.500. Door toename van het aantal inwoners stijgt ook het risicobedrag.
Overige kleinere risico’s
Het gaat hierbij om diverse risico’s met een beperkte financiële impact (bedragen < € 25.000). Voorbeelden hiervan zijn risico’s in verband met garantstellingen, juridische procedures, bijdrage gemeente bij internationale rampen, rente en vandalisme.
De incidentele programmarisico’s geven het volgende beeld te zien:
- Voorziening wethouders pensioenen.
De voorziening wethouders pensioenen wordt jaarlijks geactualiseerd. Vooral renteontwikkelingen kunnen invloed hebben op de hoogte van de voorziening. Het risico schatten wij in op € 1.328.000 (stand van de voorziening per 1 jan 2024) met een risico van 10 % en een kans van 60 %. Het risicobedrag is € 79.680. Het risicobedrag is minimaal gewijzigd ten opzichte van de begroting 2024.
- Loon- en prijsstijgingen
In de begroting 2024-2027 is zoveel mogelijk rekening gehouden met loon- en prijsstijgingen. De kans is aanwezig dat alsnog budgetten bijgesteld moeten worden vanwege loon- en prijsstijgingen. De omvang van dit risico is € 250.000 met een kans van 60 %. Het risicobedrag bedraagt € 150.000. Het risicobedrag is niet gewijzigd ten opzichte van de begroting 2024.
De risico’s op het gebied van de grondexploitaties zien er als volgt uit:
Bouwgronden in exploitatie
De risico’s die zich voordoen binnen de grondexploitaties worden, indien mogelijk, binnen het exploitatieresultaat opgevangen. Dit gaat ten koste van de eindwaarde van het project, waardoor er minder winst overblijft. Dit heeft gevolgen voor de toevoeging aan de reserve Grondbedrijf. Komt de exploitatie negatief uit dan komt dit resultaat ten laste van de reserve Grondbedrijf. Bij de grondexploitaties Hoevelaar fase 1 en 2 kunnen de risico’s opgevangen worden binnen de nog te realiseren winst. Het risicobedrag is daarom nihil.
Overige gronden
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten het perceel Laagerfseweg voorlopig niet te verkopen. Voor dit perceel is een risicobedrag berekend van € 320.000. Recent zijn de percelen Parklaan 6-10 en 8 aangekocht. Door deze strategische aankoop krijgt de gemeente invloed op de invulling van het gebied aangrenzend aan het gemeentehuis. Het gaat hier om een strategische, beeldbepalende locatie. Voor deze percelen is een risicobedrag berekend van € 252.400. Beide risico’s worden meegenomen in de totale risico’s grondexploitaties. Het risico bedrag ad. € 572.400 kan opgevangen worden binnen de algemene reserve grondbedrijf.
In totaliteit zijn de risico’s:
Programmarisico’s - structureel |
€ 1.963.980 |
Programmarisico’s - incidenteel |
€ 229.680 |
Risico’s grondexploitaties |
€ 572.400 |
Totaal |
€ 2.766.060 |