Afvalstoffenheffing
We willen inwoners stimuleren het afval beter te scheiden en daarmee de hoeveelheid restafval te verminderen. Hiervoor is per 1 januari 2017 diftar ingevoerd. Inwoners betalen voor het aantal keren dat ze restafval aanbieden. Daarnaast betalen ze een vast bedrag voor de overige afvalstromen. Zodoende betalen inwoners vanaf 2017 twee tarieven: het vastrecht en het variabele tarief. Het vastrecht is voor iedereen gelijk. Het variabele tarief hangt af van het aantal keren dat een minicontainer aan de straat wordt gezet of van het aantal keren dat afval in de ondergrondse container gestort wordt. Met het variabele tarief worden alleen de kosten van het inzamelen, transporteren en verwerken van het restafval gedekt. De overige kosten worden gedekt vanuit het vastrecht.
Per 1 januari 2024 bedraagt de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing € 446.000. De laatste jaren zijn er forse wijzigingen geweest op zowel de kosten kant (negatief) als de inkomsten kant (ook negatief). Hierdoor is het afvaltarief de laatste jaren flink gestegen. Voor 2021, 2022 en 2023 is mede door hogere oud papierprijzen een overschot op het product afval behaald. Dit overschot is toegevoegd aan de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing.
Op basis van ramingen van ROVA verwachten we dat de kosten 2025 voor de inzameling en verwerking van afval met € 68.000 zullen stijgen ten opzichte van 2024.
De tarieven voor afvalstoffenheffing zijn in de jaren 2022 tot met 2024 niet gestegen. De gestegen kosten in 2024 worden zoveel mogelijk gedekt uit de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing. We stellen voor de hogere kosten 2025 eveneens te dekken uit deze voorziening. Rekening houdend met het tekort in 2024 verwachten we dat in de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing eind 2024 nog voldoende ruimte beschikbaar is om de hogere kosten van 2025 op te vangen. Het vastrecht en de tarieven per lediging wijzigen niet ten opzichte van 2024.
Kwijtschelding (minima) en vrijstelling (medicatie indicatie) van afvalstoffenheffing werden de afgelopen jaren verleend op basis van het aantal ledigingen. Vanaf 2025 wordt kwijtschelding en vrijstelling verleend voor een vast bedrag. Kwijtschelding minima bedraagt € 300,- en vrijstelling medische indicatie € 80,-. Dezer aanpassing wordt op verzoek van GBLT doorgevoerd. Vanaf 2025 zullen de belastingaanslagen via de belastingsamenwerking GBLT worden opgelegd.
De definitieve tarieven 2025 zullen aan de raad worden voorgelegd bij de vaststelling verordeningen 2025 (raad december 2024).